Biologie betekent letterlijk de leer (logos) van het leven (bio). Bij dit vak bestudeer je alles wat met leven te maken heeft en hoe organismen hun best doen om in leven te blijven. Alles wat leeft is een organisme en hoort dus bij het onderzoeksgebied van de biologie. Bij biologie leer je niet alleen door stukjes tekst te lezen, je gaat ook aan de slag met praktische opdrachten. Denk bijvoorbeeld aan het aantonen van voedingsstoffen in verschillende voedingsmiddelen, een demonstratie met echte organen (zoals longen en ogen) of een klein onderzoekje buiten de school.
Verder leer je hoe je met de microscoop moet werken, hoe je een tekening moet maken waar je de bouw van een cel laat zien en hoe je een goed verslag moet schrijven.
In de bovenbouw ga je naar Naturalis, doe je gedragsonderzoek en gaat het vwo wadlopen en naar Göttingen. Je verdiept je verder op alle verschillende niveaus in de levende wereld; van cel tot een compleet ecosysteem. Ook doe je verschillende onderzoeksvaardigheden op zoals het werken met een bronnenboek, het zoeken van juiste informatie en het verwerken van resultaten uit een onderzoek.